‘Gendergelijkheid essentieel voor aanpak klimaat- en biodiversiteitscrisis’
24 september, 2024
Woensdag 05 juni 2024
Headerfoto: De kandidaten tijdens het debat. Van links naar rechts: Harold Hooglander (SGP), Jeannette Baljeu (VVD), Gerben-Jan Gerbrandy (D66), Bas Eickhout (Groenlinks-PvdA), Anja Haga (Christenunie), Anja Hazekamp (PvdD).
Het debat werd geleid door journalist Frénk van der Linden en was een initiatief van Greenpeace NL, IVN Natuureducatie, IUCN NL, Jonge Klimaatbeweging, LandschappenNL, Milieudefensie, Natuur & Milieu, Naturalis Biodiversity Center, Natuurmonumenten, Natuur- en Milieufederaties, Stichting de Noordzee, SoortenNL, Vogelbescherming Nederland, Waddenvereniging en WWF-NL.
De avond werd geopend door WWF-NL directeur Jelle de Jong, die sprak over de noodzaak van een breder perspectief op klimaat- en milieukwesties. In drie stellingen werd dieper ingegaan op de visies van verschillende partijen, met duurzaamheid en verantwoordelijkheid als centrale thema’s. Thema’s die steeds urgenter worden, nu de gevolgen van klimaatverandering een grotere impact krijgen. De stellingen werden geïntroduceerd door Churmer Bomba, klimaatactivist en medewerker bij Greenpeace’s Bonaire-zaak, Anneklaar Wijnants, provinciaal ambassadeur van Zuid-Holland voor Natuurmonumenten en biodynamische boer John Arink.
Bomba introduceerde het eerste gespreksonderwerp en schetste de ernstige gevolgen van klimaatverandering voor de inwoners van het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Hij wees op de historische verantwoordelijkheid van Nederland en Europa in de uitstoot van broeikasgassen. Anja Hazekamp, lijsttrekker van de Partij voor de Dieren, reageerde stellig: “Met de huidige Green Deal blijven we niet onder de 1,5 graad. De meest kwetsbaren worden hiervan het meest de dupe.” Haar standpunt benadrukte de urgentie van ambitieuzer klimaatbeleid om de meest kwetsbaren te beschermen. Aan de andere kant legde Harold Hooglander van de SGP de nadruk op de huidige economische belangen: “De economie van Nederland wordt door de Green Deal belemmerd. We hebben bedrijven als Tata Steel hard nodig.” Hij verdedigde de positie dat een sterke economie essentieel is, zelfs als dat betekent dat klimaatmaatregelen langzamer worden ingevoerd. Het debat over deze stelling resulteerde in een levendige discussie over klimaatrechtvaardigheid, fossiele subsidies en de rol van industriële bedrijven in de transitie naar duurzaamheid.
Wijnants van Natuurmonumenten introduceerde de stelling “De Natuurherstelwet moet zo snel mogelijk aangenomen en uitgevoerd worden voor de veiligheid en gezondheid van alle Nederlanders.” Bas Eickhout van GroenLinks-PvdA reageerde hierop en noemde dat we momenteel “géén gezonde natuur in Europa” hebben. Volgens hem laat de Green Deal nog veel te wensen over op het gebied van natuurbehoud. Eickhout riep op tot strengere en effectievere maatregelen om de Europese natuur te herstellen. D66-lijsttrekker Gertjan Gerbrandy voegde hieraan toe dat “de veeteelt totaal uit de hand is gelopen in Nederland” en dat dit het natuurherstel in de weg staat. Hij benadrukte de noodzaak van hervormingen binnen de landbouwsector om ruimte te maken voor natuurbescherming en herstel.
De laatste stelling van het debat richtte zich op de Europese landbouwsubsidies en werd geïntroduceerd door biodynamische boer Arink. In zijn inleiding legde hij het belang uit van effectief gebruik van deze subsidies, waarbij ze écht bijdragen aan de natuurdoelstellingen en natuurbehoud. VVD-kandidaat Jeannette Baljeu stelde voor eerst het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) te herzien. “Niet meer naar de hectares, maar naar verduurzaming kijken,” benadrukte ze, waarbij ze pleitte voor een verschuiving in de manier waarop subsidies worden toegekend. De discussie breidde zich uit naar de rol van de consument. SGP-kandidaat Harold Hooglander wees erop dat consumenten zelf vaak kiezen voor niet-duurzame producten in de winkel. Hierop reageerde PvdD-lijsttrekker Anja Hazekamp dat de politiek een rol heeft om die keuze voor consumenten makkelijker te maken: “De meest duurzame keuze in de supermarkt moet ook de goedkoopste zijn.” ChristenUnie-lijsttrekker Anja Haga stelde dat boeren ondersteuning nodig hebben om deze omslag te maken naar duurzamere praktijken. Ondanks de grote meningsverschillen die naar voren kwamen, was er een gedeeld besef dat er veranderingen in de landbouwsector nodig zijn. Ook SGP’er Hooglander erkende dat de landbouw niet “business as usual” kan blijven. “We moeten iets veranderen, maar wel mét elkaar,” aldus Hooglander. Het debat maakte duidelijk dat, hoewel de partijen verschillen in hun benadering, er een gezamenlijke erkenning is dat de landbouwsector hervormingen nodig heeft om duurzamer te worden.
Op donderdag 6 juni openen de stembussen voor de Europese Verkiezingen: het moment waarop Europa een nieuwe koers kiest. Het debat heeft duidelijk gemaakt wat er op het spel staat voor natuur, klimaat en landbouw. Daarmee benadrukt ‘t het belang op 6 juni gebruik te maken van je stemrecht en bij te dragen aan de toekomst van Europa.