De Ecosystem Alliance was een vijfjarig samenwerkingsverband tussen IUCN NL, Both ENDS en Wetlands International. Het programma  ‘Empowering People and Nature’ liep van 2011 tot 2015 en werd gefinancierd door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Headerfoto: Paraguay River upstream of Corumba, Mato Grosso do Sul, Brazil (Photo by Tamara Mohr)

Doel van de Ecosystem Alliance

De drie alliantiepartners hebben zich ingezet voor het duurzaam gebruik, behoud en herstel van ecosystemen waar mensen van afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud in landen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.

Het doel van dit programma was om met de natuur te werken om de bestaansmiddelen van mensen die in armoede leven te verbeteren en door middel van participatie en verantwoord natuurbeheer een inclusieve economie op te bouwen.  Dit deden we door samen met onze partnerorganisaties nationale en internationale netwerken van maatschappelijke organisaties te faciliteren en te versterken. Dat stelde gemeenschappen in staat om beter te participeren en invloed te hebben op het duurzame beheer van ecosystemen.

Bovendien was de verbetering van de rechten van vrouwen en de versterking van hun stem binnen besluitvorming een belangrijk onderdeel van het programma.

Aanpak van de Ecosystem Alliance

Het programma werkte op drie algemene thema’s:

  1. Ecosystemen en levensonderhoud;
  2. Vergroening van de economie;
  3. Mensenrechten & klimaatverandering.

Met deze aanpak richtten we ons op het versterken van kennis en capaciteiten van maatschappelijke organisaties om te kunnen lobbyen bij regeringen en andere spelers binnen waardeketens zoals soja, palmolie, biomassa en mijnbouwgrondstoffen. Zo werden er ambitieuzere en groenere beleidsmaatregelen genomen en duurzamere bedrijfsmodellen ontwikkeld.

Impact van de Ecosystem Alliance

1. Ecosystemen en levensonderhoud

In samenwerking met lokale en nationale maatschappelijke organisaties stimuleerden we lokale gemeenschappen om duurzaam gebruik te maken van hun land.

Samen met deze organisaties zorgden we ervoor dat kennis over het verband tussen ecosysteemdiensten en plaatselijke bestaansmiddelen onder gemeenschappen, plaatselijke overheden en particuliere grondeigenaren toenam. Dat resulteerde in meer betrokkenheid onder deze groepen.

Door ons geïnitieerde beleidsbeïnvloeding op lokaal, nationaal en internationaal niveau heeft geleid tot 77 aanpassingen in beleid en wetgeving over ecosystemen en bestaansmiddelen. Ook werden door het werk van de partnerorganisaties van de Ecosystem Alliance 33 mondiale en regionale overeenkomsten beïnvloed.

2. Vergroening van de economie

Het programma richtte zich op verschillende waardeketens zoals soja, palmolie, biomassa en mijnbouwgrondstoffen. Het programma richtte zich voornamelijk op Nederlandse en Europese bedrijven met een grote ecologische voetafdruk.

Het werk resulteerde in dertien akkoorden met bedrijven, brancheorganisaties, NGO’s en overheden over duurzame handel en praktijken.

3. Mensenrechten en klimaatverandering

Door bestaande ecosystemen te beschermen en te verbeteren, onder meer in de kustgebieden van Benin en de Grote Meren in Oeganda, stelden we bestaansmiddelen veilig en gingen we de effecten van klimaatverandering tegen. 23 van de projecten van het programma werden gebruikt voor de ontwikkeling van klimaatbeleid en dertien van onze aanbevelingen werden opgenomen in wereldwijd klimaatbeleid.

Daarnaast hebben we in verschillende landen de capaciteit van onze partners om de negatieve effecten van klimaatverandering tegen te gaan via ecosystem-based adaptation vergroot, en deze kennis toegepast op landschapsniveau in bijvoorbeeld de Filippijnen en in Bolivia.

Positieve effecten duidelijk zichtbaar

De levensomstandigheden van 120.000 huishoudens in 570 gemeenschappen is verbeterd en 1,5 miljoen hectare land wordt nu beter beheerd. Daarnaast werd de capaciteit van 340 ngo’s versterkt en hebben 38 bedrijven duurzaamheidsmaatregelen genomen. Enkele voorbeelden van positieve effecten en resultaten die de Ecosystem Alliance boekte:

  • In Ghana en Ivoorkust hielp IUCN NL bij productdiversificatie en verwerking van producten met toegevoegde waarde, om te zorgen voor duurzamere landbouw en de toegang tot lokale of nationale markten te verbeteren.  IUCN NL heeft 3.570 boeren geholpen met natuurlijk beheer van hun gebieden door een toepassing van geïntegreerde boomaanplantingen op hun cacaoboerderijen. Naast behaalde natuurwinst, meldde 90% van de groep boeren een verbeterde cacao-opbrengst.

  • In Argentinië hebben de EA-partners doeltreffend gelobbyd om te voorkomen dat een wetsvoorstel voor de privatisering van deltagebieden werd aangenomen en om een einde te maken aan de illegale teelt van rijst en soja in ongeveer 500.000 ha van de provincie Entre Rios.

  • In Indonesië en de Filippijnen hebben de projectpartners samenwerkingsverbanden voor natuurlijke hulpbronnen binnen gemeenschappen nieuw leven ingeblazen. Dit droeg bij de bescherming van lokale en inheemse vormen van landgebruik. Voorbeelden zijn dorpsbossen (hutan desa) en gemeenschappelijk bosbeheer in Indonesië en plannen voor duurzame ontwikkeling en bescherming van voorouderlijke gebieden op de Filippijnen.

  • Ook verleenden we steun aan regionale, nationale en wereldwijde lobbyactiviteiten ter ondersteuning van natuurgebieden die door inheemse volkeren en gemeenschappen worden beschermd (ICCA’s). Met name de ontwikkeling van gemeenschapsgebieden voor het beheer van hulpbronnen (Community Resource Management Areas – CREMA’s) in Ghana heeft de gemeenschappen zeggenschap gegeven over hun natuurlijke hulpbronnen.

  • In Oeganda werd een overeenkomst gesloten tussen lokale gemeenschappen en overheden en een cementfabriek om de milieu impact van de cementwinning zo veel mogelijk te beperken en de bewoners te compenseren voor geleden (milieu)schade.

  • Ook werden in West-Oeganda lokale gemeenschappen ondersteund om zich teweer te stellen tegen de negatieve effecten van de olie-exploratie. Om plaats te maken voor de oliewinning moesten de gemeenschappen hun land verlaten, terwijl ze voor hun levensonderhoud grotendeels afhankelijk waren van de landbouw die ze daar bedreven. Dankzij onze steun kregen de gemeenschappen meer inspraak waardoor ze ter compensatie van het verliezen hun land nieuwe landbouwgrond toegewezen kregen.

  • Verder is er een betalingssysteem voor ecosysteemdiensten opgezet voor een stroomgebied van 37.000 hectare van de Cagayan de Oro rivier in de Filippijnen. Met steun van de Ecosystem Alliance heeft het lokale maatschappelijk middenveld al een aantal cruciale voorwaarden gecreëerd, waardoor lokale gemeenschappen in het hele stroomgebied minder kwetsbaar zijn voor klimaatverandering.