Shea boom © Marco Schmidt

Bewoners en natuur profiteren van zelfbeheer

Gedreven door bevolkingsdruk trokken lokale boeren Mole National Park in om te jagen en bomen te kappen. De olifanten en luipaarden in dit grootste natuurpark van Ghana werden daar het slachtoffer van. Gesteund door IUCN NL ontdekte de lokale bevolking dat het park meer kan opleveren als de natuur in stand wordt gehouden. Inmiddels werken de dorpelingen actief mee aan het behoud van het reservaat.

Headerfoto: Shea boom © Marco Schmidt

Druk op Mole National Park

Mole National Park is het grootste natuurreservaat van Ghana. In het park leven olifanten, antilopen, buffels en verschillende soorten apen. In de dorpen in de omgeving van het park wonen duizenden mensen. Door de lokale bevolkingsgroei hebben zij steeds meer landbouwgrond nodig om alle monden te voeden. Tegelijkertijd raakt de bodem uitgeput omdat de boeren niet-duurzame technieken toepassen zoals het verbranden van bomen en struiken. Om toch de kost te kunnen verdienen trekken de lokale bewoners het park in om er te jagen, hout te kappen of er hun vee te laten grazen. De natuur die daardoor verdwijnt zorgt ervoor dat toeristen, en daarmee inkomsten uit toerisme, wegvallen.

Lokale bevolking actief betrekken

De sleutel tot de oplossing: betrek de lokale bevolking actief bij de bescherming van het park. Onze Ghanese partnerorganisatie A Rocha deed dat door het instellen van zogenoemde CREMA’s: Community Resource Management Areas. Dit zijn gebieden aan de randen van het park die beheerd worden door de lokale gemeenschappen. In 2007 werden de eerste twee CREMA’s opgericht die het Mole Park in het zuidoosten omzomen. De dorpen Kaden en Yazoli kregen deze gebieden, met elk zo’n 40.000 hectare oppervlakte, in beheer. A Rocha trainde de dorpelingen in het snel herkennen en rapporteren van illegale activiteiten, zoals de illegale handel in wild of het kappen van bomen. Ook leerden zij technieken om verdorde stukken land weer op te laten bloeien. Via microkredieten konden bovendien verscheidene kleine ondernemingen worden opgestart. A Rocha trainde bijvoorbeeld 600 vrouwen in het organisch kweken, oogsten en verkopen van boter van de shea boom, een gewild product voor de cosmetica-industrie.

Natuurbescherming én meer inkomsten

Inmiddels zijn deze kleine ondernemingen uitgegroeid tot goedlopende bedrijfjes. Diverse Kaden- en Yazoli-families verdienen nu hun geld als imker of met het organiseren van wandelsafari’s voor toeristen. Zo geeft het park de lokale economie direct een impuls. Ook de verkoop van sheaboter is een groot succes: het inkomen van de 600 vrouwen is verdubbeld.

Doordat de lokale mensen nu voldoende inkomsten hebben, hoeven ze niet langer de grenzen van het park over. Sterker nog, ze zetten zich actief in voor de bescherming van de natuurlijke rijkdommen van Mole en zijn er trots op. Nu het park inkomsten voor hen genereert zijn zij gebaat bij de instandhouding van de natuur in het gebied. De verbeterde bescherming werpt zijn vruchten af: de vegetatie binnen de CREMA’s is rijker dan in de omringende gebieden en wilde dieren keren terug.

Dankzij het succes van de eerste twee CREMA’s kon IUCN NL in 2011 bijdragen aan de oprichting van nog twee beheergebieden van 60.000 hectare. Ook hier worden de lokale gemeenschappen nauw betrokken bij het beheer van het gebied en zorgen zij voor nieuwe, innovatieve inkomstenbronnen.

Jan Kamstra
niet langer werkzaam bij IUCN NL