Voorstel EU Due Diligence richtlijn: ‘een gemiste kans’

Vorige week publiceerde de Europese Commissie een wetsvoorstel waarin grote ondernemingen worden verplicht om mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling in hun keten te voorkomen. Bedrijven die dat niet doen, kunnen ter verantwoording worden geroepen. Een goede stap, maar ook een gemiste kans: de richtlijn bereikt maar 1 procent van de bedrijven in Europa.

Headerfoto: European Union flag Markus Spiske for Unsplash

Op 23 februari 2022 publiceerde de Europese Commissie het voorstel voor de ‘Corporate Sustainability Due Diligence Directive’. Bedrijven met meer dan 500 werknemers en een (wereldwijde) omzet van 150 miljoen euro vallen onder de reikwijdte. Ook bedrijven actief in de zogenaamde risicosectoren, zoals textiel, met meer dan 250 werknemers en een (wereldwijde) omzet van 40 miljoen euro waarvan ten minste de helft wordt gegenereerd in risicosectoren vallen onder de toepassing van de voorgestelde richtlijn.  

Mensenrechtenschendingen

Antoinette Sprenger, senior expert environmental justice bij IUCN NL: ‘Dat er een voorstel is ingediend voor een richtlijn die bedrijven dwingt om in hun bedrijfsvoering maatregelen te treffen om mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling in hun waardeketen te voorkomen, is goed nieuws. Bedrijven kunnen nu daarvoor ter verantwoording worden geroepen en aansprakelijk worden gesteld.’

Toch is Sprenger niet volledig tevreden met het voorstel: ‘Het is teleurstellend dat de reikwijdte van deze richtlijn zo beperkt is dat maar 1 procent van de bedrijven die in Europa zijn gevestigd onder het toepassingsbereik zullen vallen. Dit betekent dat het voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen gepleegd door de overige 99% van de Europese bedrijven nog steeds zeer lastig zal blijven om deze bedrijven ter verantwoording te roepen en de geleden schade vergoed te krijgen. ’

Omkering van bewijslast

De richtlijn ondervangt daarnaast verschillende andere problemen niet waar slachtoffers van mensenrechtenschendingen vaak mee worden geconfronteerd. Sprenger: ‘Een voorbeeld daarvan is het bewijsrechtelijke probleem. Voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen in het zuidelijk halfrond is het vaak zeer lastig om het bewijs te leveren dat de hoofdkantoren van westerse concerns hadden moeten weten van de schendingen die binnen hun waardeketen plaatsvinden. Een omkering van de bewijslast biedt dan in bepaalde gevallen uitkomst. De richtlijn heeft hier echter niet in voorzien.’

Vooruitstrevende regelgeving

Het voorstel ligt nu ter onderhandeling bij de Europese Raad en het Europese Parlement. Het Europese Parlement gaf vorig jaar aan dat het vooruitstrevende regelgeving voor ogen had. Sprenger concludeert: ‘We zullen ons blijven inzetten voor een richtlijn die meer soelaas biedt voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen en milieuvervuiling.’ Dat doen we als onderdeel van ons programma Forests for a Just Future, dat onder andere als doel heeft om de bewegingsvrijheid en veiligheid van natuurbeschermers te waarborgen.

Om deze video te kunnen bekijken moet je ‘Sociale media en advertenties’-cookies accepteren. Klik hier om jouw cookie-instellingen te wijzigen.

Lees verder

Antoinette Sprenger
Senior Expert Environmental Justice